Automatische verwarmingsketels op vaste brandstof: eenvoudig, betrouwbaar, ingenieus!

Eis voor zaagsel als brandstof

Zaagsel is voor zover we weten een zeer fijn gehakt hout dat wordt verkregen tijdens de inslag van snijgereedschappen: zagen, werktuigmachines. In de regel wordt zaagsel hiervan houtbewerkingsafval genoemd, de kosten van grondstoffen voor brandstof zijn minimaal en in sommige gevallen zelfs gratis.

De samenstelling van zaagsel is tot 70% koolhydraten (dit zijn cellulose en hemicellulose), 27% lignine. De hoeveelheid koolstof in zaagsel bereikt 50%, waterstof 6% en zuurstof 44%, stikstofgehalte - 0,1%.

Afb. een Soorten houtbrandstof, productie van houtafval

A - Obzol-plaat verwerkt tot brandhout; B - Croaker van coniferen; B - Chips van verschillende fracties; D - Zaagsel van natuurlijk vocht tot 3 mm groot; D - Zaagsel van straatopslag, rauw; E - Naaldvormig zaagsel van natuurlijk vocht; F - Zaagsel met een vochtgehalte W tot 30%; З - Rotte resten van zaagsel en houtsnippers; I - Droog zaagsel en krullen; K - Kleine krullen van straatopslag; L - Afvalhoutafval (voormalig meubilair, pallets, deuren, bouwconstructies; M - Lange krullen

Om zaagsel als brandstof te gebruiken, moet u hun technische kenmerken kennen. De belangrijkste parameters waarin we geïnteresseerd zijn, zijn variabelen en constanten. Een variabele maar zeer belangrijke parameter van zaagsel is W-vocht. Met een toename van de luchtvochtigheid neemt het resterende caloriegehalte af, respectievelijk, met hetzelfde volume zaagsel met een verschillende luchtvochtigheid, kunnen verschillende hoeveelheden warmte worden verkregen en kan de hoeveelheid warmte aanzienlijk verschillen. Het vochtgehalte van zaagsel kan niet alleen worden gecontroleerd maar ook op de gewenste waarde worden gebracht. De tweede belangrijke parameter is het asgehalte - hoe hoger het asgehalte van zaagsel, hoe meer onzuiverheden het bevatten in de vorm van zand en schors. De aanwezigheid van onzuiverheden in de brandstof verlaagt de calorische waarde enigszins, heeft invloed op het aantal reinigingen per tijdseenheid. Als zaagsel wordt geproduceerd, wordt het verkregen als resultaat van het werk van machines op gelamineerde spaanplaat, spaanplaat, MDF, enz. dat wil zeggen, van gelijmd hout zullen harsen en kleefstoffen noodzakelijkerwijs in het zaagsel aanwezig zijn; het gebruik van dit zaagsel is alleen mogelijk met aanvullende studies naar het gehalte aan formaldehyden, en vooral schadelijke stoffen. Voor de asresten van schadelijke stoffen moet ook voor afvoer worden gezorgd.

De fractie zaagsel beïnvloedt hun dichtheid, het hangen van zaagsel in automatische voersystemen. Na het afstellen van de apparatuur, zoals gebruikelijk, probeert het zaagsel dezelfde fractie of binnen bepaalde limieten te weerstaan, om de apparatuur niet opnieuw aan te passen. Dus tot stof verpletterd zaagsel brandt erger met een grote stroom blaaslucht dan zaagsel in structuur dichter bij krullen.

Afb. 1 - B De classificatie van houtbrandstof volgens GOST 33103.1 - 2014 wordt weergegeven. GRV-bedrijf heeft universele ketels ontwikkeld en geproduceerd die werken op alle soorten houtbrandstof

Bij het kopen van zaagsel onder contracten en overeenkomsten, moet men zich houden aan GOST 33103.1 - 2014, waarin alle kenmerken worden beschreven waaraan aandacht moet worden besteed, GOST reguleert ook methoden voor het bepalen van het vochtgehalte van de brandstof en de verbrandingswarmte, wat belangrijk is aangezien er op het moment van het sluiten van de overeenkomst over de export van zaagsel alleen vocht en asgehalte kan zijn, maar in feite kan het vochtgehalte van zaagsel na enige tijd van export meerdere keren toenemen, bijvoorbeeld in het voorjaar vergeleken met de herfst.

Tafel nr.1 - Algemene samenstelling en inhoud van stoffen in houtbrandstof

Opslag van zaagsel

Basis voor opslag: hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe lager de calorische waarde van het zaagsel.

Zaagsel kan veel vocht bevatten, voldoende voor het proces van bederf en ontbinding.Daarom mag de opslag van zaagsel niet lange tijd plaatsvinden onder atmosferische neerslag. Tijdens het rotten van zaagsel verandert hun structuur (Fig. 1 - H) en gaat de verbrandingswarmte verloren. Voordat u zaagsel direct verbrandt, moet het worden gedroogd en onder een luifel worden bewaard (afb. 2).

Afb. 2 Zaagselopslag onder de luifel van een geventileerd magazijn

Het drogen van zaagsel gebeurt in droogtrommels, op locaties met bescherming tegen neerslag, altijd geventileerd. Om zaagsel, houtsnippers te drogen, moet het van de onderste naar de bovenste lagen worden omgedraaid. Daarnaast is het mogelijk om vanuit de onderste lagen zaagsel een geforceerde aanvoer van lucht onder druk door de luchtkanalen te organiseren. Bij het bewaren van zaagsel moeten alle brandveiligheidsregels en voorschriften in acht worden genomen. Als zaagsel een secundaire grondstof is na houtverwerking, moet rekening worden gehouden met hun vochtgehalte en bij een lage luchtvochtigheid van 20-30% is het raadzaam om het zaagsel voor verbranding zo snel mogelijk naar een ketel of warmtegenerator te sturen .

Ketelplaats, stookruimte

De eerste regel van elke stookruimte is - niet-brandbare muren, dak. De vereisten voor de locatie van de belangrijkste brandstofopslag worden ook toegevoegd aan het zaagsel; het mag niet in dezelfde ruimte worden geplaatst als de ketel of warmtegenerator. Op de apparatuur wordt de beoogde bunker operationeel genoemd, aangezien het volume slechts voldoende is voor een paar bedrijfsuren, dit is voornamelijk te wijten aan brandveiligheidseisen. De stookruimte moet voorzien zijn van toevoer- en afvoerventilatie, of de mogelijkheid om de kamer te ventileren. Omdat de lucht voor het verbrandingsproces uit de stookruimte wordt gehaald, moet voor een toevoer worden gezorgd.

Afb. 3 Zaagselketels GRV en hoofdopslagbak voor zaagsel

De afmetingen van de stookruimte zijn mede afhankelijk van de wijze van vullen van de operationele bunker. Bij gebruik van een transportband of vijzel zijn de afmetingen van de stookruimte kleiner dan wanneer er speciale apparatuur voor het lossen van zaagsel op aankomt. Het is mogelijk om de operationele ketelbunker in een aparte ruimte te plaatsen om de grootte van de hoofdketelruimte te verkleinen.

Bij de meubelproductie worden vaak gesloten magazijnbakken gebruikt, wat erg handig en zo veilig mogelijk is (zie afb. 3).

Afb. vier Zaagselketel en laagvermogen stookruimte GRV

Voor ketels op zaagsel met een vermogen tot 50-400 kW kan men volstaan ​​met één bunker voor brandstof, terwijl er geen transportsysteem georganiseerd hoeft te worden van de hoofdbrandstofopslag naar de operationele bunker.

Zelfgemaakte constructie: materialen en montageopdracht

Dus toen we het apparaat en het werkingsprincipe van het industriële ontwerp ontdekten, kunnen we beginnen te sleutelen aan een huishoudelijke mini-eenheid die vergelijkbaar is in actie. Eerst moet u de nodige gereedschappen en materialen inslaan waaruit de kachel zal worden samengesteld, namelijk: we hebben nodig:

• lasapparaat;
• buis met de beschikbare diameter (32 - 56 mm);
• gasafvoerpijp (100 mm);
• een set verstelbare en gassleutels;
• Bulgaars;

• roulette;
• klok relais;
• thermische sensor;
• anti-explosie klep;
• waterpomp;
• kogelkranen (3 stuks) en schroefdraadkoppelingen;
• voedingsvijzel;
• asverwijderingsschroef (optioneel);
• metalen hoek 45-50 mm;
• hydraulische cylinder;
• 200 l vaten voor aslade en zaagsel (2 stuks);
• elektrische ventilator;
• plaatstaal (4 mm);
• sleep- of fum-tape.

Het werkproces

De montage van zelfgemaakte zaagselketels begint met de vervaardiging van het lichaam en de onderkant van de eenheid. Iedereen kiest de afmetingen van de structuur individueel voor zichzelf. Met behulp van een lasmachine wordt een ketellichaam zonder bodem gevormd en afgedekt met een watermantel​Zelfgemaakte ketels kunnen bestaan ​​uit lege gasflessen, maar we zullen ons concentreren op de gelaste versie, waarmee u de afmetingen en het vermogen van de installatie kunt variëren.

Vervolgens is het noodzakelijk om verstevigingsribben tussen de watermantel te maken en technologische gaten te voorzien waardoor lucht van de ventilator naar de verbrandingskamer wordt gevoerd. Een "levende" bodem wordt gemonteerd vanuit een metalen hoek, indien aanwezig, waarvoor deze op een afmeting van 50x25 mm wordt gesneden en de steel wordt voor uitvoer aan de cilinder bevestigd. Wanneer het ovenlichaam op zaagsel klaar is, wordt het op een stoel gemonteerd, wordt een schroef geïnstalleerd om as te verwijderen en wordt de container eronder bevestigd.​Nu kunt u een ventilator monteren, een vijzel die chips voedt, evenals een container voor brandstof, en we kunnen zeggen dat de zaagselbrander met onze eigen handen wordt gemonteerd.

Hoe de kachel aan te steken

Om het werk van zelfgemaakte zaagselkachels zo efficiënt mogelijk te laten zijn, is het noodzakelijk om brandstof op de juiste manier te verbranden. In eerste instantie wordt het gebroken hout in een ton (of in een bunker van de "levende" bodem) geplaatst tot 75% van zijn volume, waarna het klokrelais wordt geactiveerd en de vijzel zaagsel in de oven voert, waar het wordt aangestoken. Wees uiterst voorzichtig met benzine of diesel. Vervolgens moet u de ventilator inschakelen.

Er is een ander schema voor verwarming met houtsnippers, dat enigszins verschilt van de vorige versie, omdat het geschikt is voor een eenvoudigere zelfgemaakte zaagselketel (zie foto).

Voor de implementatie is het noodzakelijk om de brandstofkamer tot driekwart van het volume met zaagsel te vullen, terwijl het wordt aanbevolen om het gehakte hout rond de taps toelopende buis te persen. Na het stampen wordt de buis verwijderd, wordt de verwarmingsketel met zaagsel afgesloten met een deksel en gaat een demper op de schoorsteen open. Brandhout wordt gelegd en aangestoken in het onderste deel van de oven, van de hitte waarvan het zaagsel langzaam smeekt.

Nu weet u hoe u een zaagseloven met uw eigen handen in elkaar zet, hoe deze moet werken en hoe u deze op de juiste manier kunt verwarmen. Een goed gemaakte unit kan een kleine woonkamer of een ander bijgebouw economisch verwarmen, en u kunt meer leren over de werking van een kachel in de onderstaande video.

Brandstoftoevoer - zaagsel naar de keteltrechter

Voor apparatuurcapaciteiten van meer dan 1 MW moet het hoofdbrandstofmagazijn met een “moving bottom” -systeem worden gebruikt, dit magazijn wordt gevuld met een front-end loader of dumptrucks. Vanuit het hoofdmagazijn wordt zaagsel via transportbanden naar de operationele trechter van de ketel gevoerd. Opgemerkt moet worden dat brandstof in de vorm van chips (Fig. 1 - M) praktisch onmogelijk te leveren is met standaard transportbanden en vijzels, er is een zeer hoge mate van zweven van dergelijke chips, om deze reden, in de beginfase, alle kenmerken van de brandstof, inclusief de geometrische vorm, moeten worden geselecteerd. De volgende soorten zijn uitstekend geschikt voor transport: fig. 1 - B - K.

Zaagselketel modellen GRV

Over het algemeen hebben universele ketels voor zaagsel, brandhout, houtsnippers en kolen de overhand. Bulkbrandstoffen zoals zaagsel worden automatisch in de wervelbrander gevoerd. De fakkel van de brander breekt dan uit in de binnenkant van de oven, waarin de brandstof volledig wordt uitgebrand. De wanden van de brandstof nemen thermische energie waar en dragen deze over aan het koelmiddel, de verbrandingsproducten in de vorm van een mengsel van gassen zijn roodgloeiend en verplaatsen zich naar de warmtewisselaar van de ketel, vanwege het ontwikkelde gebied van de warmtewisselaar, warmteoverdracht van de verbrandingsproducten naar de koelvloeistof vindt plaats.

Afb. vijf GRV zaagsel ketel modellen

A) - Universele ketels tot 300 kW met een wervelbrander; B) - Een universele ketel voor zaagsel met een beweegbaar rooster, zonder luchtverwarming; B) - Universele ketels voor zaagsel, houtsnippers, pellets zonder beweegbaar rooster, met automatische asafvoer; D) - Universele ketel voor zaagsel, houtsnippers met reiniging van het rooster, verwarmde blaaslucht

Een onderscheidend kenmerk van universele ketels op zaagsel:

De brandstoftank wordt gebruikt met een zaagselroerwerk om ophangen te voorkomen

Alle universele GRV-ketels hebben een rooster dat, net als de wanden van de oven, wordt gekoeld door een warmtedrager

Verhoogde afmetingen van de oven van universele ketels

Ruim asgedeelte van de ketel, het gebied van het asgedeelte beslaat volledig het gebied van de oven

Een warmtewisselaar alleen met de stroom verbrandingsproducten buiten de buizen, en niet omgekeerd, wat de intervallen tussen het reinigen van koolstofafzettingen aanzienlijk vergroot, kalkaanslag

· Universele ketels voor zaagsel, werken ook op volle capaciteit bij handmatige belading, terwijl de afmetingen (lengte en breedte van de oven) toelaten om af te branden, pallets, grote takken af ​​te voeren, enz.

· Voor het stoken op hout is een aparte blaasventilator geïnstalleerd, terwijl de zaagselbrander een eigen blaasventilator heeft. Dit ontwerp is betrouwbaarder, u kunt altijd overschakelen naar reservebrandstof zonder de instellingen en het ontwerp van de zaagselketel te wijzigen

Het gebruik van staal van 5 tot 12 mm zorgt voor een lange levensduur van de apparatuur

Afb. 6 Zaagsel ketel. Boilertrechter met roerwerk en beweegbare bodem

Afb. 7 GRV-zaagselketel tijdens productie

In afb. Figuren 6 en 7 tonen GRV-technologie voor zaagselketels met een blaasluchtverwarmingssysteem voor het verbrandingsproces. Dergelijke systemen worden gebruikt in grote WKK-installaties die verwarming gebruiken om elektriciteit op te wekken. Het gebruik van warmte van de uitgaande verbrandingsproducten voor het verwarmen van de blaaslucht zorgt in dit geval voor een stabiele werking van de ketel op zaagsel met een vochtigheid van 50-55%, wat aanzienlijk bespaart op de kosten van brandstofvoorbereiding.

Afb. 8 Zaagselketel zonder blaasluchtverwarming

Door het gebruik van droog zaagsel met een vochtgehalte van W <20% kunnen ketels van de GRV-serie (getoond in Fig. 8 en Fig. 5 A, B, C) worden gebruikt waarin geen voorverwarming plaatsvindt. Deze ketels hebben een 7-8% lagere aërodynamische weerstand en kunnen worden geïnstalleerd om te werken op natuurlijke trek, de eisen voor de schoorsteen zijn in dit geval maximaal 10-12 meter, behalve voor ketels met een vermogen van meer dan 400 kW.

Afb. negen GRV ketel op zaagsel, hierbij kunt u rekening houden met de brandstoftoevoer aandrijving

Kenmerken van ketels

De op de binnenlandse markt verkrijgbare zaagselketels (waarvan de meeste ook op frites werken) hebben een vermogen van 10 tot 500 kW. Rekening houdend met het gebruik van 1 kW voor warmtetoevoer van ongeveer 10 m2. m betekent dit de mogelijkheid om met dergelijke apparatuur kamers te verwarmen met een oppervlakte van maximaal 5000 "vierkanten". En voor hun werk kost het 2 tot 100 kg grondstoffen per uur. Zelfgemaakte apparaten kunnen bijna elk vermogen hebben, maar ze worden meestal gemaakt op basis van het leveren van warmte aan 100-500 m2. m.

De voordelen van dergelijke lang brandende ketels ten opzichte van conventionele systemen zijn:

• het vermogen om te werken op houtsnippers, zaagsel en geperste krullen (pellets);
• maximale efficiëntie;
• hoge luchtverwarmingssnelheid;
• gebruik niet alleen voor het verwarmen, maar ook voor het verkrijgen van warm water, het drogen van dingen en zelfs voor het koken en verwarmen van voedsel.

Lang brandende ketels die op houtsnippers en zaagsel werken, worden alleen op de vloer geïnstalleerd. Wandmontage is niet mogelijk vanwege het hoge gewicht van de apparatuur. Het onderhoud van deze apparaten is vrij eenvoudig: as wordt niet vaker dan 1-2 keer per maand verwijderd voor een ketel die in woongebouwen wordt gebruikt en eenmaal per week voor industriële apparatuur.

Zaagselkachels zijn geen nieuw fenomeen, maar er is nog steeds vraag naar. Elk jaar worden dergelijke eenheden alleen maar populairder onder de bevolking vanwege aanzienlijke voordelen.De ontwerpkenmerken van apparaten die op houtafval werken, dragen bij aan een langdurige verbranding van brandstof met maximale warmteoverdracht. Door te verwarmen met zaagsel, een goedkoop en milieuvriendelijk materiaal, kunt u aanzienlijk geld besparen door goedkope grondstoffen aan te schaffen voor het verwarmen van een privéwoning.

Zaagselkachels, zoals ze ook wel worden genoemd, verwarmen kassen, werkplaatsen, benzinestations, garages en niet erg grote woonvertrekken uitstekend.​De vervaardiging van dergelijke gewone ketels kan zonder speciale problemen met uw eigen handen worden gedaan, nadat u de tekeningen hebt bekeken en het montageproces hebt bestudeerd. Als uitgangsmateriaal kun je geïmproviseerde containers gebruiken, zoals oude metalen vaten, pijpen, gasflessen, uiteraard zonder inhoud, en andere soortgelijke tanks. Voordat u met uw eigen handen aan een zaagselkachel gaat sleutelen, die u in het koude seizoen wilt verwarmen, raden we u aan vertrouwd te raken met het ontwerp en de kenmerken van industriële apparatuur en al op basis daarvan conclusies te trekken over wat een houtsnippersketel zou moeten be, en hoe om te gaan met de montage ervan.

Het verschil tussen zuigerbrandstoftoevoer en vijzel

Het gebruik van een zuigervoeding uit een pneumatische cilinder zorgt voor een snelle vulling met brandstof, veiligheid, aangezien de zuiger die de brandstof beweegt ook een poort is om terugslag te voorkomen. Pneumatiek zelf wordt in veel automatiseringsgebieden gebruikt als de meest betrouwbare en niet grillige. Als er vreemde voorwerpen binnendringen, schakelt de controller die de ketel aanstuurt niet langzaam de waarschuwingssirene in en stopt de blaasluchttoevoer. Dit systeem, ontwikkeld door GRV-ingenieurs, is getest op brandstoffen zoals pelletpellets, zaagsel met een verschillend vochtgehalte, houtsnippers, houtpulp en steenkool.

Brandbestrijding, risico's, preventie

Voordat zaagsel als brandstof wordt gebruikt, moeten de krullen zich volledig bewust zijn van het brandgevaar en moeten in eerste instantie alle maatregelen worden genomen om te voldoen aan de brandveiligheid.

Het gebruik van zaagsel en houtpulp in ketels is tien keer milieuvriendelijker dan het opslaan van zaagsel op stortplaatsen, vanwege het feit dat dit leidt tot brand en zaagselverbranding met een grote chemische onderverbranding die meer verband houdt met het pyrolyseproces, terwijl dat niet het geval is. alleen de lucht wordt vergiftigd, maar de bodem door pyrolyseproducten, waaronder zuren. In afb. 11 toont een voorbeeld van zaagsel dat in de winter verbrandt onder een laag sneeuw.

Afb. tien Branden van stortplaatsen van platen en zaagsel

Afb. elf Smeulend zaagsel wordt in de winter gestort

Voorzorgsmaatregelen en controlemaatregelen voorzien op de ketel, warmtegenerator:

1. Controle over de positie van de zuigers, wanneer de positie van de zuiger afwijkt van de ingestelde, gaat er een alarm af en stopt de zaagselketel met werken

2. Controle van het inschakelen van de rookafzuiging, wanneer de afzuiging is uitgeschakeld, om de mogelijkheid van achterafzuiging en rook in de kamer te voorkomen, worden de blazende ventilatoren van de GRV-ketel en de automatische brandstoftoevoer gestopt

3. Controle van de temperatuur van de brandstoftoevoertunnel, wanneer de normaal ingestelde temperatuur wordt overschreden, stopt de ketel met werken, de tunnel kan opwarmen als gevolg van het voortijdig reinigen van de warmtewisselaar

4. Afsluiten van de brandstoftank met automatische afsluiter na brandstoftoevoer

5. Verplichte controle over de temperatuur van het koelmiddel, ook op GRV-warmtegeneratoren

6. Uiteraard is het noodzakelijk om een ​​aparte brandstofopslag te ontwerpen vanuit de stookruimte, er wordt alleen een tussenbunker gebruikt op de ketel zelf en het operationele volume van de operationele bunker is beperkt

7. Reiniging van de warmtewisselaar moet worden uitgevoerd met de rookafzuiging ingeschakeld en zonder het verbrandingsproces in de ketel.

8. Alle luiken voor het reinigen van de warmtewisselaar zijn voorzien van speciale reflecterende platen

Automatische boilers voor kolen en houtsnippers

Het technische apparaat en het basisprincipe van de werking van dergelijke ketels verschillen niet veel van hun pellet-tegenhangers. Een schroeftransporteur zorgt op dezelfde manier voor de automatische toevoer van steenkool naar de oven. Het proces van ontsteking en toevoer van luchtmassa wordt automatisch uitgevoerd, met de nadruk op de informatie van een speciale sensor.

Er is enig verschil te zien in het ontwerp van de vijzel. Kolengestookte ketels die in automatische modus werken, hebben een zwaardere vijzel, die wordt aangedreven door een voldoende krachtige elektrische aandrijving.

Automatische houtsnippers ketel

Frietketels bevatten een extra element in hun ontwerp. Dit is een houtversnipperaar. De afmetingen van de spanen kunnen inderdaad zeer divers zijn, en sommige elementen van dergelijke brandstof kunnen de vijzel eenvoudigweg niet opnemen. Een speciaal hakmes, dat gelijktijdig met de transportband wordt aangedreven, helpt om de grootte van de snippers ongeveer op één standaard af te stemmen.

Er zijn ook universele apparaten die de functies van verschillende apparaten kunnen combineren. Zo is een automatische kolenketel voorzien van een extra bunker met brandhoutvoorraad. Natuurlijk zal de efficiëntie van het verbranden van een niet-hoofdbrandstof lager zijn, maar het apparaat zal blijven werken.

Economische efficiëntie van zaagselketels

Ketels en warmtegeneratoren worden gebruikt om warmte op te wekken uit brandstofverbranding, in dit geval BIO-massa in de vorm van zaagsel. Economische efficiëntie wordt beïnvloed door transportkosten, de kosten van grondstoffen en onderhoud van apparatuur. U kunt al deze factoren beïnvloeden, maar de belangrijkste indicator in dit geval is de calorische waarde van de brandstof. Zaagsel met een vochtgehalte van 30% en een vochtgehalte van 50% zal twee keer verschillen in calorische waarde. Om het zaagselvocht op 30% te brengen is ruimte nodig, magazijnen voor opslag, eventueel extra drooginstallaties, het hangt allemaal af van de omvang van de verwerking van zaagsel tot warmte.

Een veelbelovende richting waar de specialisten van het GRV-bedrijf aan werken, is de productie van pyrolysegas uit de massa zaagsel in retortinstallaties, gaszuivering en het gebruik ervan in verbrandingsmotoren. Deze technologie is al lang bekend. We werken aan het combineren van gasproductie en warmteproductie voor de behoeften van productie, verwarmingssystemen. Vanwege het feit dat de installatie zich op straat bevindt, is het in dit geval niet nodig om veel problemen op te lossen met betrekking tot bescherming tegen koolmonoxide.

Door het gebruik van een pyrolyse-installatie in combinatie met een warmtegenerator of ketel kunt u een TPP plaatsen bij uw houtverwerkingsfabriek, agrarisch bedrijf, maar ook bij kassencomplexen, etc.

Kenmerken van de werking van ketels op zaagsel, warmtegeneratoren op zaagsel

Het gebruik van zaagsel in de vorm van brandstof impliceert de aanwezigheid van een minimuminfrastructuur voor de opslag van zaagsel, de aanwezigheid van een stookruimte en een persoon die verantwoordelijk is voor de werking van ketelapparatuur.

Reikwijdte van het werk

Zelfgemaakte zaagselketels

Ten eerste is het ovenlichaam gemaakt van een gasfles. Snijd hiervoor het bovenste deel langs de bestaande lasnaad af en reinig vervolgens zorgvuldig de naadresten van buitenaf. Het resulterende deksel moet stevig op de vuurhaard passen, dus u moet een rand maken van een strook dik metaal rond de omtrek van de cilinder, 15-20 mm boven de rand uitsteken. Daarna kunt u de vergrendelingen voor de hoes van elk ontwerp aan de carrosserie bevestigen en 2 comfortabele handgrepen van een metalen staaf aan de hoes zelf lassen. Er moet een gat in worden gemaakt langs de buitendiameter van de luchtpijp.

Een zaagselketel moet bovenaan een traditionele rookgasafvoer hebben, hiervoor zal een gat in de carrosserie gemaakt moeten worden.U kunt de schoorsteenpijp meteen lassen, maar dit kan overlast veroorzaken bij het installeren van een watermantel, hier kiest iedereen de volgorde van de werkzaamheden voor zichzelf.

De volgende fase is de fabricage van vracht die op de brandstof drukt. De diameter van het onderdeel moet iets kleiner zijn dan de binnenmaat van de cilinder Nadat het uit dik plaatstaal is gesneden, worden ribben aan één vlak van het product gelast om lucht te verspreiden, en wordt in het midden een gat gemaakt dat gelijk is aan de buitendiameter van de luchtpijp. De laatste wordt erin gestoken en hermetisch gebroeid in een cirkel.

Het blijft om een ​​waterjas te maken. Het cilinderlichaam heeft een ronde vorm, dus hier moet je aan plaatwerk sleutelen om deze vorm te herhalen. Maar eerst moet u uit een dikke plaat snijden en verstijvers van buitenaf aan het vuurhaardlichaam lassen, waardoor het metaal van de watermantel niet kan spelen vanwege thermische uitzetting. Daarna moet het metaal van het shirt aan elke versteviger worden gelast. De laatste fase is het snijden van gaten voor koelmiddelfittingen en het lassen van draadhulzen voor aansluiting op het verwarmingssysteem. Hieronder staat een video met aanbevelingen voor het maken van een ketel.